'Steunouder startte in 2015 en werkt inmiddels in vijftien gemeenten', vertelt Maria Wassink. ‘De kern is steeds kinderen van vraagouders koppelen aan steunouders. Dat doen we niet zelf, dat laten we over aan een coördinator van de sociaalwerkorganisaties waarmee we nauw samen werken en die de lokale netwerken kennen.’
Op jaarbasis ontstaan er op die manier landelijk 100 nieuwe koppelingen. Maria Wassink: ‘De vraagouders vormen een diverse groep. Er zijn relatief veel alleenstaande moeders, maar je ziet ook ouders van een kind met dermate heftige problemen dat de andere kinderen in het gezin tussen wal en schip vallen. Dan kan een steunouder voor zowel ouder als kind een uitkomst zijn.’
Steunouders hebben bovendien een signaalfunctie. ‘De samenwerking met sociaal werk helpt daarbij, bijvoorbeeld met schuldhulpverleners of sociaal raadslieden.’ Dat wordt bevestigd door wijkwerker Lenneke Geurtjens van de LEVgroep, een van de sociaalwerkorganisaties die Steunouder heeft omarmd. ‘Bij een kennismakingsgesprek met vraagouders merkte ik dat er financiële problemen waren. Zij stemden erin toe dat ik hen in contact bracht met Grip op schuld.’
Daarbij helpt het dat Lenneke een werkplek heeft in het kantoor van Zorg in Deurne, samen met tal van zorg- en welzijnsorganisaties. ‘Daardoor hebben we heel korte lijntjes met onder meer het Wmo-loket, de maatschappelijk werker en de gezins- en jongerencoach. Zo kun je voorkomen dat problemen uit de hand lopen.’
Lees het volledige artikel op Sociaal Werk Nederland